Sla links over
  • Spring naar de inhoud
  • Spring naar het menu
Inloggen
logo
  • Home
  • Over CKMN
  • Activiteiten
    • Activiteiten
    • Voorgaande activiteiten
  • Home
  • Over CKMN
  • Activiteiten
    • Activiteiten
    • Voorgaande activiteiten
      • Activiteiten 2024
      • Activiteiten 2023
      • Activiteiten 2022
      • Activiteiten 2021
      • Activiteiten 2020
      • Activiteiten 2019
      • Activiteiten 2018
      • Activiteiten 2017
      • Activiteiten 2016
      • Activiteiten 2015
      • Activiteiten 2014
Inloggen

Naar een groene economie. Van globale visie naar nationale strategie en lokale actie

Spreker: prof.dr. Alle Bruggink
Datum: 10 april 2014
Aanvang: 20:00 uur
Locatie: Kruytgebouw Universiteit Utrecht, zaal W728/729, 
Padualaan 8, Utrecht (Uithof)

Samenvatting
Centrale vraag in deze presentatie is: wat is de momenteel meest gangbare visie op de oplossing van het mondiale energie en klimaat vraagstuk en wat zijn daarbij de kansen en mogelijkheden voor Nederland. Het onderwerp wordt benaderd via mijn betrokkenheid bij het nationale beleid (via het ministerie EL&I), de kennisontwikkeling (via de RU Groningen) en de ontwikkelingen in Noord Nederland (via de NOM).
Elektriciteit wordt gezien als de meest belangrijke energiedrager van de toekomst. Wat betreft de winning van energie zitten we als het ware nog in een experimenteerfase, waarbij allerlei meer duurzame alternatieven voor fossiele bronnen aan bod komen. Maar wat betekent de ontwikkeling van schaliegas. Feit is dat niet duurzame fossiele bronnen nog meer dan 50 jaar het grootste deel van onze energie zullen leveren. Reden om dit zo schoon en efficiënt mogelijk te blijven en gaan doen. Feit is ook dat in Nederland niet de hoogste urgentie voor de oplossing van het energieprobleem aan de orde is. Andere landen zoals de USA, China en Japan voelen en veel grotere druk om tot oplossingen van mondiaal formaat te komen. Dit geeft Nederland de kans zich te richten op producten van hogere toegevoegde waarde, zoals nodig in de genoemde landen voor het oplossen van hun energieprobleem als ook voor het ontwikkelen van diensten en producten die in de niet-energetische behoeftes van een maatschappij gebaseerd op duurzame energie nodig zullen zijn. Dit staat op gespannen voet met de huidige praktijk in Nederland waarbij juist veel aandacht uitgaat naar het realiseren van alternatieve, duurzame energiebronnen.
Grote kansen voor Nederland zijn gelegen in het gebruik van groene biomassa, gerelateerd aan onze sterke landbouwpositie, als bron voor bestaande en nieuwe materialen en producten die tot nu toe op basis van olie de klant bereiken. Het gebruik van landbouwproducten als bron voor transportbrandstoffen en als alternatief startmateriaal voor diverse huidige kunststoffen is slechts een eerste stap. Veel meer potentie is gelegen in het directe gebruik van in plantaardig materiaal aanwezige functionaliteiten zoals vezels, vetten, eiwitten en suikers in door de maatschappij benodigde en gewaardeerde producten met hoge toegevoegde waarde. De sterke zuivelsector in Noord Nederland, aangevuld met stevige akkerbouwposities, scheppen unieke kansen voor onze regio om groene biomassa naast voedselbron te gebruiken voor hoogwaardige toepassingen in een zogenaamde bio-based economy. Grasraffinage, zoals momenteel in ontwikkeling, is een leidend voorbeeld. Het grassap kan dienen als vervanger van krachtvoer uit soja. De resterende vezel als alternatieve cellulose bron voor de papier en karton industrie. Restanten kunnen worden vergist (samen met mest) tot groen gas en mineralen kunnen worden hergebruikt en een positieve bijdrage leveren in het oplossen van de fosfaatproblematiek. Aanwezige suikers en eiwitten kunnen in principe worden opgewaardeerd tot (nieuwe) medicijnen, voedselsupplementen, cosmetica, performance materials enz. Hiertoe heeft Nederland reeds een onderzoekcentrum voor koolhydraten (het CCC: Carbohydrate Competence Centre) en een eiwitcentrum in oprichting (PCC; Proteine Competence Centre). Al met al is sprake van een systeeminnovatie waarbij, over 30 tot 50 jaar, onze welvaart niet meer in de eerste plaats op olie zal zijn gebaseerd, doch op biomassa, voor een groot deel in de vorm van onze landbouwproducten.
Technologisch gezien is heel veel kennis al voorhanden of weten we welke weg we moeten bewandelen om het doel te bereiken. Dit is een eerste vereiste voor succes. Veel aandacht moet nog uitgaan van het oplossen en vermijden van allerlei niet technische problemen, zoals ongewenste concurrentie tussen voedsel en energie of materiaalgebruik. Het behoud van mondiale biodiversiteit is een uitdaging van formaat. Uitputting van landbouwgronden krijgt een extra dimensie. Het sluiten van regionale kringlopen versus huidige mondiale ketens wordt een issue. Zo ook het ontdoen van al onze wet en regelgeving van ( vaak onbedoelde) bevoordeling van op olie gebaseerde producten en het vertalen van deze lange termijn visies en ontwikkelingen naar dagelijkse politiek en korte termijn werkelijkheden.

Curriculum vitae Prof.dr. A. Bruggink

Name Alle Bruggink
Birthplace Fochteloo, The Netherlands
Birth date October 7, 1944
Nationality Dutch
Married to Pietje Oosterkamp with two daughters and five grand children

Education
1957-1962 HBS-B [high school], Assen
1962-1968 Chemistry, University of Groningen
1968-1971 Ph.D., physical organic chemistry,University of Groningen
1971-1972 Post doc. at Univ. of Groningen, (With Prof. Hogeveen; organo-metal catalysis)
1972-1974 Postdoc. at Univ. of East Anglia, Norwich, UK (with prof. McKillop; organic synthesis)

Positions
1974-1986 Research manager, Oce-Andeno, Venlo, The Netherlands
1986-1991 Manager Strategy and Marketing Research, DSM Andeno, Venlo, The Netherlands
1991-1994 R&D Director DSM Andeno, Venlo
1994-1998 Director Technology & Strategy, Chemferm (joint venture DSM – Gist-brocades), Breda, The Netherlands
1999-2003 Coordinator Corporate Research Life Science Products, DSM Research, Geleen, The Netherlands
2003-2006 DSM Corporate Technology; Technology and Sustainability
1988-2007 Part-time Professor Industrial Organic Chemistry, Radboud University, Nijmegen, The Netherlands
2001-2004 Member DCO board (National Foundation on Sustainable Chemistry Development)
2002-2007 Chairman NWO-ACTS (Advanced Chemistry and Technology for Sustainability)
2003-2008 Member Program Committee Societal Aspects of Genomics (NWO, National Genomics Initiative)
2005-2008 Member Platform Groene Grondstoffen (Chemistry in a Bio-based Economy)
2006-2009 Board Member Royal Netherlands Chemical Society (KNCV)
2008- Consultancy at RU Groningen ( Bio Based Economy, Life Sciences)
2009- Member Scientific Committee IP-BBE (National program for the Bio Based Economy)
2010- Consultancy at NOM

Research Interests
- Precision in chemistry (chemo-and biocatalysis, chirality).
- International developments in (fine) chemical industry, Life Sciences and pharmaceuticals
- Integration of chemistry and biology
- Sustainable technology development and long-term strategy definition

Publications
- 22 papers in peer reviewed scientific journals
- 20

Publications in other scientific journals and conference proceedings
- 10 contributions to scientific books
- 1 book

  • Activiteiten
  • Voorgaande activiteiten
    • Activiteiten 2024
    • Activiteiten 2023
    • Activiteiten 2022
    • Activiteiten 2021
    • Activiteiten 2020
    • Activiteiten 2019
    • Activiteiten 2018
    • Activiteiten 2017
    • Activiteiten 2016
    • Activiteiten 2015
    • Activiteiten 2014
  • Home
  • Over CKMN
  • Activiteiten
    • Activiteiten
    • Voorgaande activiteiten
logo