Spreker: | prof.dr. Alle Bruggink |
Datum: | 10 april 2014 |
Aanvang: | 20:00 uur |
Locatie: | Kruytgebouw Universiteit Utrecht, zaal W728/729, Padualaan 8, Utrecht (Uithof) |
Samenvatting
Centrale vraag in deze presentatie is: wat is de momenteel meest gangbare visie op de oplossing van het mondiale energie en klimaat vraagstuk en wat zijn daarbij de kansen en mogelijkheden voor Nederland. Het onderwerp wordt benaderd via mijn betrokkenheid bij het nationale beleid (via het ministerie EL&I), de kennisontwikkeling (via de RU Groningen) en de ontwikkelingen in Noord Nederland (via de NOM).
Elektriciteit wordt gezien als de meest belangrijke energiedrager van de toekomst. Wat betreft de winning van energie zitten we als het ware nog in een experimenteerfase, waarbij allerlei meer duurzame alternatieven voor fossiele bronnen aan bod komen. Maar wat betekent de ontwikkeling van schaliegas. Feit is dat niet duurzame fossiele bronnen nog meer dan 50 jaar het grootste deel van onze energie zullen leveren. Reden om dit zo schoon en efficiënt mogelijk te blijven en gaan doen. Feit is ook dat in Nederland niet de hoogste urgentie voor de oplossing van het energieprobleem aan de orde is. Andere landen zoals de USA, China en Japan voelen en veel grotere druk om tot oplossingen van mondiaal formaat te komen. Dit geeft Nederland de kans zich te richten op producten van hogere toegevoegde waarde, zoals nodig in de genoemde landen voor het oplossen van hun energieprobleem als ook voor het ontwikkelen van diensten en producten die in de niet-energetische behoeftes van een maatschappij gebaseerd op duurzame energie nodig zullen zijn. Dit staat op gespannen voet met de huidige praktijk in Nederland waarbij juist veel aandacht uitgaat naar het realiseren van alternatieve, duurzame energiebronnen.
Grote kansen voor Nederland zijn gelegen in het gebruik van groene biomassa, gerelateerd aan onze sterke landbouwpositie, als bron voor bestaande en nieuwe materialen en producten die tot nu toe op basis van olie de klant bereiken. Het gebruik van landbouwproducten als bron voor transportbrandstoffen en als alternatief startmateriaal voor diverse huidige kunststoffen is slechts een eerste stap. Veel meer potentie is gelegen in het directe gebruik van in plantaardig materiaal aanwezige functionaliteiten zoals vezels, vetten, eiwitten en suikers in door de maatschappij benodigde en gewaardeerde producten met hoge toegevoegde waarde. De sterke zuivelsector in Noord Nederland, aangevuld met stevige akkerbouwposities, scheppen unieke kansen voor onze regio om groene biomassa naast voedselbron te gebruiken voor hoogwaardige toepassingen in een zogenaamde bio-based economy. Grasraffinage, zoals momenteel in ontwikkeling, is een leidend voorbeeld. Het grassap kan dienen als vervanger van krachtvoer uit soja. De resterende vezel als alternatieve cellulose bron voor de papier en karton industrie. Restanten kunnen worden vergist (samen met mest) tot groen gas en mineralen kunnen worden hergebruikt en een positieve bijdrage leveren in het oplossen van de fosfaatproblematiek. Aanwezige suikers en eiwitten kunnen in principe worden opgewaardeerd tot (nieuwe) medicijnen, voedselsupplementen, cosmetica, performance materials enz. Hiertoe heeft Nederland reeds een onderzoekcentrum voor koolhydraten (het CCC: Carbohydrate Competence Centre) en een eiwitcentrum in oprichting (PCC; Proteine Competence Centre). Al met al is sprake van een systeeminnovatie waarbij, over 30 tot 50 jaar, onze welvaart niet meer in de eerste plaats op olie zal zijn gebaseerd, doch op biomassa, voor een groot deel in de vorm van onze landbouwproducten.
Technologisch gezien is heel veel kennis al voorhanden of weten we welke weg we moeten bewandelen om het doel te bereiken. Dit is een eerste vereiste voor succes. Veel aandacht moet nog uitgaan van het oplossen en vermijden van allerlei niet technische problemen, zoals ongewenste concurrentie tussen voedsel en energie of materiaalgebruik. Het behoud van mondiale biodiversiteit is een uitdaging van formaat. Uitputting van landbouwgronden krijgt een extra dimensie. Het sluiten van regionale kringlopen versus huidige mondiale ketens wordt een issue. Zo ook het ontdoen van al onze wet en regelgeving van ( vaak onbedoelde) bevoordeling van op olie gebaseerde producten en het vertalen van deze lange termijn visies en ontwikkelingen naar dagelijkse politiek en korte termijn werkelijkheden.
Curriculum vitae Prof.dr. A. Bruggink
Name | Alle Bruggink |
Birthplace | Fochteloo, The Netherlands |
Birth date | October 7, 1944 |
Nationality | Dutch |
Married | to Pietje Oosterkamp with two daughters and five grand children |
Education | |
1957-1962 | HBS-B [high school], Assen |
1962-1968 | Chemistry, University of Groningen |
1968-1971 | Ph.D., physical organic chemistry,University of Groningen |
1971-1972 | Post doc. at Univ. of Groningen, (With Prof. Hogeveen; organo-metal catalysis) |
1972-1974 | Postdoc. at Univ. of East Anglia, Norwich, UK (with prof. McKillop; organic synthesis) |
Positions | |
1974-1986 | Research manager, Oce-Andeno, Venlo, The Netherlands |
1986-1991 | Manager Strategy and Marketing Research, DSM Andeno, Venlo, The Netherlands |
1991-1994 | R&D Director DSM Andeno, Venlo |
1994-1998 | Director Technology & Strategy, Chemferm (joint venture DSM – Gist-brocades), Breda, The Netherlands |
1999-2003 | Coordinator Corporate Research Life Science Products, DSM Research, Geleen, The Netherlands |
2003-2006 | DSM Corporate Technology; Technology and Sustainability |
1988-2007 | Part-time Professor Industrial Organic Chemistry, Radboud University, Nijmegen, The Netherlands |
2001-2004 | Member DCO board (National Foundation on Sustainable Chemistry Development) |
2002-2007 | Chairman NWO-ACTS (Advanced Chemistry and Technology for Sustainability) |
2003-2008 | Member Program Committee Societal Aspects of Genomics (NWO, National Genomics Initiative) |
2005-2008 | Member Platform Groene Grondstoffen (Chemistry in a Bio-based Economy) |
2006-2009 | Board Member Royal Netherlands Chemical Society (KNCV) |
2008- | Consultancy at RU Groningen ( Bio Based Economy, Life Sciences) |
2009- | Member Scientific Committee IP-BBE (National program for the Bio Based Economy) |
2010- | Consultancy at NOM |
Research Interests
- Precision in chemistry (chemo-and biocatalysis, chirality).
- International developments in (fine) chemical industry, Life Sciences and pharmaceuticals
- Integration of chemistry and biology
- Sustainable technology development and long-term strategy definition
Publications
- 22 papers in peer reviewed scientific journals
- 20
Publications in other scientific journals and conference proceedings
- 10 contributions to scientific books
- 1 book